Het opleidingsonderdeel bestaat uit 2 onderdelen:

1. Een cursus 'Survival Dutch' ter plaatse met daarin basiskennis van de nederlandse taal om zich te handhaven in het alledaagse leven (zoals o.a. zich met de bus verplaatsen, oriënteren in Hasselt, ...). De focus ligt heel sterk op communicatie en maakt de student ook vertrouwd met de Vlaamse cultuur. Topics: ontmoeten en groeten, op weg in de stad: shopping, eten,  drinken, kledingstukken laten wassen alfabet, uitspraak nummers, tijd, data uitgaan, afspraak maken gezondheid, naar de arts en de apotheek gaan

2. Een thuisopdracht ter zelfstudie, gericht op het specifiek basisjargon Nederlands mbt kinesitherapie. Deze beoogt vooral het kunnen communiceren met patiënten alsook het geven van instructies en feedback aan de patiënten. Daarnaast is er ook aandacht voor het begrijpen van het specifiek jargon om de verwachte beoogde competenties van de opleiding in het nederlands te begrijpen.  Topics: onderdelen van het lichaam, werkwoorden die belangrijk zijn om orders te geven, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden belangrijk bij het geven van feedback aan de patiënt. Studenten dienen deze kennis onmiddellijk toe te passen binnen hun klinische werkomgeving. Binnen dit onderdeel zal de student verder via een individuele opdracht kennis maken, leren denken en werken met het 'International Classification of Function' (ICF) binnen de revalidatie van patiënten. De student zal al de kennis vanuit de twee onderdelen moeten toepassen op een casus alsook  binnen de klinische omgeving.

Het opleidingsonderdeel bestaat uit 2 onderdelen:

1. Basiskennis Nederlands: dagelijks taalgebruik

2. Een thuisopdracht ter zelfstudie, gericht op het specifiek basisjargon Nederlands mbt kinesitherapie. Deze beoogt vooral het kunnen communiceren met patiënten alsook het geven van instructies en feedback aan de patiënten. Daarnaast is er ook aandacht voor het begrijpen van het specifiek jargon om de verwachte beoogde competenties van de opleiding in het nederlands te begrijpen.  Topics: onderdelen van het lichaam, werkwoorden die belangrijk zijn om orders te geven, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden belangrijk bij het geven van feedback aan de patiënt. Studenten dienen deze kennis onmiddellijk toe te passen binnen hun klinische werkomgeving. Binnen dit onderdeel zal de student verder via een individuele opdracht kennis maken, leren denken en werken met het 'International Classification of Function' (ICF) binnen de revalidatie van patiënten. De student zal al de kennis vanuit de twee onderdelen moeten toepassen op een casus alsook  binnen de klinische omgeving.