Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | master informatica profiel Networking and Security | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Nee | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De afgestudeerde heeft op het gebied van informatica inzicht in de belangrijkste technologische ontwikkelingen en de onderliggende wetenschappelijke principes. | - EC
| EC 2: De afgestudeerde is in staat om de evolutie in het vakgebied van de informatica (en aanverwante gebieden) bij te houden, om de nieuwe technologieën te evalueren en ze zich eigen te maken. | - EC
| EC 3: De afgestudeerde heeft de nodige kennis en inzichten in minstens 1 subdiscipline die toelaten om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende ideeën in een bepaald gebied van de informatica (door verdieping van basiskennis op bachelor niveau, inclusief deze van wiskundige en andere wetenschappelijke grondslagen). | - EC
| EC 5: De afgestudeerde kan zelfstandig een complex informaticaprobleem modelleren, de nodige abstracties invoeren, de oplossing gestructureerd beschrijven en implementeren, en ten slotte tegenover de stakeholders argumenteren waarom de gekozen oplossing en de bijhorende implementatie voldoen aan de gestelde specificaties. | - EC
| EC 7: De afgestudeerde is in staat om informatie kritisch te analyseren en te evalueren, en op een efficiënte manier te verwerken. | - EC
| EC 9: De afgestudeerde is in staat om op heldere wijze zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren over haar/zijn werk in een nationale en internationale context. | - EC
| EC 10: De afgestudeerde functioneert goed in teamverband; zij/hij is in staat, door overleg in kleine en grote groepen, werkzaamheden te verdelen en op elkaar af te stemmen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In deze cursus worden een reeks concepten, technologieën en oplossingen behandeld die nauw aansluiten bij de Internet of Things (r)evolutie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van platformen die beschikken over beperkte rekenkracht, maar wel zijn uitgerust met uitgebreide netwerkfaciliteiten en de mogelijkheid om te interfacen met diverse sensoren en uitvoerapparaten. In dit vak wordt met name aandacht besteed aan:
- Interfacing tussen de fysieke wereld en het gebruikte platform, gebaseerd op gangbare standaarden, zowel voor soft- als hardware.
- Robuustheid van de netwerkarchitectuur van het eindproduct en gerelateerde software waarop het platform gebouwd is.
- Gebruik maken van gangbare standaarden en deze op een correcte manier te integreren tot een werkend geheel.
- Efficiënt omgaan met beschikbare resources in functie van vermindering van power consumption, kost en eisen met betrekking tot fysieke deployment.
- Realisatie van Proof-of-Concept implementaties voor een gegeven concrete probleemsituatie.
- Een grondige evaluatie van de efficiëntie en robuustheid van systemen.
De nadruk in dit opleidingsonderdeel ligt op het vergaren van praktische inzichten met betrekking tot het realiseren van systemen die aan bovenstaande vereisten voldoen. Hierbij wordt deels verder gebouwd op bestaande voorkennis uit opleidingsonderdelen uit de bachelor- en masteropleiding (Computernetwerken, microprocessoren, ...). Nieuwe elementen, zoals basisconcepten uit de electronica, digitale interfacing en protocollen) worden door middel van hoorcolleges aangebracht. Op hardwareniveau wordt gewerkt met bestaande lightweight IoT computer platformen, dewelke worden uitgebreid met sensoren en outputfaciliteiten. Een reeks labo-opdrachten vormt de basis voor de evaluatie van dit vak.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | Praktische demonstraties van gerealiseerde opdrachten en korte presentaties hierover. |
|
|
|
|
|
Extra info | Owv praktische beperkingen (hoeveelheid materiaal en beschikbaarheid laboruimtes) kunnen er maximaal 10 studenten aan dit vak deelnemen. Hierbij zal - in principe - voorrang verleend worden aan studenten uit het tweede masterjaar. |
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Studenten die "Networking and interfacing IoT Platforms" wensen te volgen dienen tegen uiterlijk 30 september van het lopende academiejaar een aanvraag via email in te dienen bij prof. Quax. Maximum 10 studenten worden geselecteerd dit opleidingsonderdeel, waarbij wordt voorrang gegeven aan de studenten van de tweede master. |
|
|
|
|
|
 | master informatica volledig keuzepakket | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Nee | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De afgestudeerde heeft op het gebied van informatica inzicht in de belangrijkste technologische ontwikkelingen en de onderliggende wetenschappelijke principes. | - EC
| EC 2: De afgestudeerde is in staat om de evolutie in het vakgebied van de informatica (en aanverwante gebieden) bij te houden, om de nieuwe technologieën te evalueren en ze zich eigen te maken. | - EC
| EC 3: De afgestudeerde heeft de nodige kennis en inzichten in minstens 1 subdiscipline die toelaten om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende ideeën in een bepaald gebied van de informatica (door verdieping van basiskennis op bachelor niveau, inclusief deze van wiskundige en andere wetenschappelijke grondslagen). | - EC
| EC 5: De afgestudeerde kan zelfstandig een complex informaticaprobleem modelleren, de nodige abstracties invoeren, de oplossing gestructureerd beschrijven en implementeren, en ten slotte tegenover de stakeholders argumenteren waarom de gekozen oplossing en de bijhorende implementatie voldoen aan de gestelde specificaties. | - EC
| EC 7: De afgestudeerde is in staat om informatie kritisch te analyseren en te evalueren, en op een efficiënte manier te verwerken. | - EC
| EC 9: De afgestudeerde is in staat om op heldere wijze zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren over haar/zijn werk in een nationale en internationale context. | - EC
| EC 10: De afgestudeerde functioneert goed in teamverband; zij/hij is in staat, door overleg in kleine en grote groepen, werkzaamheden te verdelen en op elkaar af te stemmen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In deze cursus worden een reeks concepten, technologieën en oplossingen behandeld die nauw aansluiten bij de Internet of Things (r)evolutie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van platformen die beschikken over beperkte rekenkracht, maar wel zijn uitgerust met uitgebreide netwerkfaciliteiten en de mogelijkheid om te interfacen met diverse sensoren en uitvoerapparaten. In dit vak wordt met name aandacht besteed aan:
- Interfacing tussen de fysieke wereld en het gebruikte platform, gebaseerd op gangbare standaarden, zowel voor soft- als hardware.
- Robuustheid van de netwerkarchitectuur van het eindproduct en gerelateerde software waarop het platform gebouwd is.
- Gebruik maken van gangbare standaarden en deze op een correcte manier te integreren tot een werkend geheel.
- Efficiënt omgaan met beschikbare resources in functie van vermindering van power consumption, kost en eisen met betrekking tot fysieke deployment.
- Realisatie van Proof-of-Concept implementaties voor een gegeven concrete probleemsituatie.
- Een grondige evaluatie van de efficiëntie en robuustheid van systemen.
De nadruk in dit opleidingsonderdeel ligt op het vergaren van praktische inzichten met betrekking tot het realiseren van systemen die aan bovenstaande vereisten voldoen. Hierbij wordt deels verder gebouwd op bestaande voorkennis uit opleidingsonderdelen uit de bachelor- en masteropleiding (Computernetwerken, microprocessoren, ...). Nieuwe elementen, zoals basisconcepten uit de electronica, digitale interfacing en protocollen) worden door middel van hoorcolleges aangebracht. Op hardwareniveau wordt gewerkt met bestaande lightweight IoT computer platformen, dewelke worden uitgebreid met sensoren en outputfaciliteiten. Een reeks labo-opdrachten vormt de basis voor de evaluatie van dit vak.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | Praktische demonstraties van gerealiseerde opdrachten en korte presentaties hierover. |
|
|
|
|
|
Extra info | Owv praktische beperkingen (hoeveelheid materiaal en beschikbaarheid laboruimtes) kunnen er maximaal 10 studenten aan dit vak deelnemen. Hierbij zal - in principe - voorrang verleend worden aan studenten uit het tweede masterjaar. |
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Studenten die "Networking and interfacing IoT Platforms" wensen te volgen dienen tegen uiterlijk 30 september van het lopende academiejaar een aanvraag via email in te dienen bij prof. Quax. Maximum 10 studenten worden geselecteerd dit opleidingsonderdeel, waarbij wordt voorrang gegeven aan de studenten van de tweede master. |
|
|
|
|
|
 | master informatica profiel Engineering Interactive Systems | Overgangscurriculum | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Nee | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De afgestudeerde heeft op het gebied van informatica inzicht in de belangrijkste technologische ontwikkelingen en de onderliggende wetenschappelijke principes. | - EC
| EC 2: De afgestudeerde is in staat om de evolutie in het vakgebied van de informatica (en aanverwante gebieden) bij te houden, om de nieuwe technologieën te evalueren en ze zich eigen te maken. | - EC
| EC 3: De afgestudeerde heeft de nodige kennis en inzichten in minstens 1 subdiscipline die toelaten om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende ideeën in een bepaald gebied van de informatica (door verdieping van basiskennis op bachelor niveau, inclusief deze van wiskundige en andere wetenschappelijke grondslagen). | - EC
| EC 5: De afgestudeerde kan zelfstandig een complex informaticaprobleem modelleren, de nodige abstracties invoeren, de oplossing gestructureerd beschrijven en implementeren, en ten slotte tegenover de stakeholders argumenteren waarom de gekozen oplossing en de bijhorende implementatie voldoen aan de gestelde specificaties. | - EC
| EC 7: De afgestudeerde is in staat om informatie kritisch te analyseren en te evalueren, en op een efficiënte manier te verwerken. | - EC
| EC 9: De afgestudeerde is in staat om op heldere wijze zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren over haar/zijn werk in een nationale en internationale context. | - EC
| EC 10: De afgestudeerde functioneert goed in teamverband; zij/hij is in staat, door overleg in kleine en grote groepen, werkzaamheden te verdelen en op elkaar af te stemmen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In deze cursus worden een reeks concepten, technologieën en oplossingen behandeld die nauw aansluiten bij de Internet of Things (r)evolutie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van platformen die beschikken over beperkte rekenkracht, maar wel zijn uitgerust met uitgebreide netwerkfaciliteiten en de mogelijkheid om te interfacen met diverse sensoren en uitvoerapparaten. In dit vak wordt met name aandacht besteed aan:
- Interfacing tussen de fysieke wereld en het gebruikte platform, gebaseerd op gangbare standaarden, zowel voor soft- als hardware.
- Robuustheid van de netwerkarchitectuur van het eindproduct en gerelateerde software waarop het platform gebouwd is.
- Gebruik maken van gangbare standaarden en deze op een correcte manier te integreren tot een werkend geheel.
- Efficiënt omgaan met beschikbare resources in functie van vermindering van power consumption, kost en eisen met betrekking tot fysieke deployment.
- Realisatie van Proof-of-Concept implementaties voor een gegeven concrete probleemsituatie.
- Een grondige evaluatie van de efficiëntie en robuustheid van systemen.
De nadruk in dit opleidingsonderdeel ligt op het vergaren van praktische inzichten met betrekking tot het realiseren van systemen die aan bovenstaande vereisten voldoen. Hierbij wordt deels verder gebouwd op bestaande voorkennis uit opleidingsonderdelen uit de bachelor- en masteropleiding (Computernetwerken, microprocessoren, ...). Nieuwe elementen, zoals basisconcepten uit de electronica, digitale interfacing en protocollen) worden door middel van hoorcolleges aangebracht. Op hardwareniveau wordt gewerkt met bestaande lightweight IoT computer platformen, dewelke worden uitgebreid met sensoren en outputfaciliteiten. Een reeks labo-opdrachten vormt de basis voor de evaluatie van dit vak.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | Praktische demonstraties van gerealiseerde opdrachten en korte presentaties hierover. |
|
|
|
|
|
Extra info | Owv praktische beperkingen (hoeveelheid materiaal en beschikbaarheid laboruimtes) kunnen er maximaal 10 studenten aan dit vak deelnemen. Hierbij zal - in principe - voorrang verleend worden aan studenten uit het tweede masterjaar. |
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Studenten die "Networking and interfacing IoT Platforms" wensen te volgen dienen tegen uiterlijk 30 september van het lopende academiejaar een aanvraag via email in te dienen bij prof. Quax. Maximum 10 studenten worden geselecteerd dit opleidingsonderdeel, waarbij wordt voorrang gegeven aan de studenten van de tweede master. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|