Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Dimensioneren van beton- en metselwerkconstructies 1 (2664)
|
6,0 stptn |
|
|
Dimensioneren van hout- en staalconstructies 1 (2665)
|
4,0 stptn |
|
|
Geotechniek 1 (2666)
|
3,0 stptn |
|
|
Uitvoeringstechnieken (2672)
|
3,0 stptn |
|
|
Wegontwerp / wegergonomie 1 (2669)
|
4,0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
De werf van A tot Z 2 - schakel EM (3575)
|
5,0 stptn |
|
|
Dimensioneren van beton- en metselwerkconstructies 1 (2664)
|
6,0 stptn |
|
|
Dimensioneren van hout- en staalconstructies 1 (2665)
|
4,0 stptn |
|
|
Geotechniek 1 (2666)
|
3,0 stptn |
|
|
Programmeren in MATLAB (2993)
|
3,0 stptn |
|
|
Wegontwerp / wegergonomie 1 (2669)
|
4,0 stptn |
|
Of groep 3 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Dimensioneren van beton- en metselwerkconstructies 1 (2664)
|
6,0 stptn |
|
|
Dimensioneren van hout- en staalconstructies 1 (2665)
|
4,0 stptn |
|
|
Geotechniek 1 (2666)
|
3,0 stptn |
|
|
Programmeren in MATLAB (2993)
|
3,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | master in de industriële wetenschappen: bouwkunde | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M10 - kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| De student kan als beginnend industrieel ingenieur meeedraaien in een multidisciplinair (en internationaal) team van een bouwbedrijf. | | - DC
| DC-M11 - handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| De student kan als beginnend industrieel ingenieur meeedraaien in een multidisciplinair (en internationaal) team van een bouwbedrijf. | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| De student communiceert duidelijk met de medewerkers en de stagementor in het bouwbedrijf, zowel schriftelijk als mondeling. | | | - BC
| De student rapporteert gestructureerd en correct over zijn stage. | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student is leergierig en staat open voor feedback. | | - DC
| DC-M8 kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student reflecteert kritisch over zijn stage-ervaring. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde beheerst een geheel van bouwkundige technieken en technologieën en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student past zijn opgedane bouwtechnische kennis en vaardigheden gericht toe. | | | - BC
| De student neemt zelf initiatief bij het uitvoeren van zijn werk en zoekt naar oplossingen bij bouwtechnische en multidisciplinaire problemen. | | | - BC
| De student voert zijn opdrachten correct uit, zelfstandig of in team, onder begeleiding. | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| De student neemt zelf initiatief bij het uitvoeren van zijn werk en zoekt naar oplossingen bij bouwtechnische en multidisciplinaire problemen. | | | - BC
| De student past zijn opgedane bouwtechnische kennis en vaardigheden gericht toe. | | | - BC
| De student voert zijn opdrachten correct uit, zelfstandig of in team, onder begeleiding. | - EC
| EC3 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde kan complexe gebouwen, civieltechnische constructies en infrastructuurwerken, inclusief hun fundering, geïntegreerd ontwerpen, technisch uitwerken en berekenen met behulp van innovatieve methoden. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| zie EC-2 | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| zie EC-2 | - EC
| EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde beoordeelt en maakt een verantwoorde selectie van kwalitatieve ontwerp en -uitvoeringsmethoden rekening houdend met budget, duurzaamheid, veiligheid, ergonomische aspecten en innovatieve technologieën. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| zie EC-2 | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| zie EC-2 | - EC
| EC5 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde kan nieuwbouw- en renovatieprojecten beoordelen op hun kwaliteit, veiligheid, bouwfysisch comfort en duurzaamheid. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)
| | | - BC
| zie EC-2 | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| zie EC-2 |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De werf van A tot Z 3: stage is een verplicht opleidingsonderdeel in de master in de industriële wetenschappen, bouwkunde. Elke student is verplicht een individuele stage van minstens 20 werkdagen te lopen in een bedrijf in de bouwsector of daarbuiten op voorwaarde dat de stage de mogelijkheid biedt de beoogde eindcopetenties te realiseren. Deze stage wordt voorzien in het lessenrooster tijdens het eerste semester van de masteropleiding (oktober/november). De student leert de organisatie van een bedrijf kennen, evenals de specifieke taken die aan een industrieel ingenieur bouwkunde worden toevertrouwd in een studiebureau, bij een aannemer, bij een fabrikant van bouwmaterialen enz. De student voert zelfstandig taken van een beginnend industrieel ingenieur (werfplanning, werfopvolging, stabiliteitsstudies, calculatie, studie van materialen, meetstaten, werkvoorbereiding enz.) uit onder begeleiding van een stagementor van het bedrijf en een stagebegeleider van de opleiding. Enerzijds draagt de stage bij tot de algemene bouwtechnische kennis van de student en anderzijds oefent hij zijn professionele vaardigheden zoals werken in teamverband, stressbestendigheid, coördineren en organiseren, probleemoplossend denken, efficiënt communiceren enz.
De opleiding stelt een lijst van potentiële stageplaatsen ter beschikking aan de student of de student zoekt zelf een bedrijf. De student solliciteert altijd zelf voor een stageplaats hetzij bij een bedrijf uit de lijst, hetzij bij een ander bedrijf. Daarna dient de student een aanvraagformulier in met een korte omschrijving en aanpak van het stageproject en de contactgegevens van het bedrijf en de stagementor. De stageplaats moet goedgekeurd worden door de opleiding en zij kent ook een stagebegeleider vanuit de opleiding toe aan de student. De student wordt opgevolgd en geëvalueerd door de stagementor van het bedrijf en de stagebegeleider van de opleiding.
De student kan de stage ook in het buitenland vervullen. Indien de student zich hiervoor kandidaat stelt en geselecteerd wordt, is hij zelf verantwoordelijk voor leerstof, verplichte lessen en permanente evaluatie die hij daardoor mist. Hij maakt hierover voor vertrek zelf duidelijke afspraken met de betrokken docenten.
De stage is een apart opleidingsonderdeel, los van de masterproef. Op deze manier kan de student twee verschillende ervaringen, kennis en vaardigheden opdoen: tijdens de stage als beginnend beroepsbeoefenaar, tijdens de masterproef als beginnend onderzoeker.
De stage mag slechts aangevat worden na goedkeuring van de stageplaats en het stageproject door de opleiding en nadat het volledige administratieve dossier in orde is (stageovereenkomst, risicopostanalyse, eventuele medische onderzoeken enz.).
Workshops en seminaries die georganiseerd worden in het kader van dit opleidingsonderdeel zijn verplicht.
|
|
|
|
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
tussentijdse feedback ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | 100% permanente evaluatie op basis van de stageverslaggeving, het logboek en de beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding). |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student doet een nieuwe stage van minstens 20 werkdagen in een ander bedrijf tijdens de vakantiemaanden. 100% permanente evaluatie op basis van de stageverslaggeving, het logboek en de beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding). |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De volledige informatie over de stage staat in de 'Leidraad stage bouwkunde' die beschikbaar wordt gesteld op het elektronisch leerplatform. Het elektronisch leerplatform wordt ook ingezet voor andere praktische informatie. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Bouwpraktijk. De student kan zijn opgedane kennis en vaardigheden in de verschillende opleidingsonderdelen van de opleiding bouwkunde toepassen in de praktijk.
Relatie met werkveld De student kent een eerste werkervaring als beginnend ingenieur. De opleiding kan hiervoor een beroep doen op haar breed netwerk in de bouwindustrie en daarbuiten. |
|
|
|
|
|
 | Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| ENG&TECH 2. De educatieve master beheerst een geheel van technieken en technologieën relevant voor zijn specifieke vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks‑ en/of innovatiecomponent. | - EC
| ENG&TECH 3. De educatieve master heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor zijn specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De werf van A tot Z 3: stage is een verplicht opleidingsonderdeel in de master in de industriële wetenschappen, bouwkunde. Elke student is verplicht een individuele stage van minstens 20 werkdagen te lopen in een bedrijf in de bouwsector of daarbuiten op voorwaarde dat de stage de mogelijkheid biedt de beoogde eindcopetenties te realiseren. Deze stage wordt voorzien in het lessenrooster tijdens het eerste semester van de masteropleiding (oktober/november). De student leert de organisatie van een bedrijf kennen, evenals de specifieke taken die aan een industrieel ingenieur bouwkunde worden toevertrouwd in een studiebureau, bij een aannemer, bij een fabrikant van bouwmaterialen enz. De student voert zelfstandig taken van een beginnend industrieel ingenieur (werfplanning, werfopvolging, stabiliteitsstudies, calculatie, studie van materialen, meetstaten, werkvoorbereiding enz.) uit onder begeleiding van een stagementor van het bedrijf en een stagebegeleider van de opleiding. Enerzijds draagt de stage bij tot de algemene bouwtechnische kennis van de student en anderzijds oefent hij zijn professionele vaardigheden zoals werken in teamverband, stressbestendigheid, coördineren en organiseren, probleemoplossend denken, efficiënt communiceren enz.
De opleiding stelt een lijst van potentiële stageplaatsen ter beschikking aan de student of de student zoekt zelf een bedrijf. De student solliciteert altijd zelf voor een stageplaats hetzij bij een bedrijf uit de lijst, hetzij bij een ander bedrijf. Daarna dient de student een aanvraagformulier in met een korte omschrijving en aanpak van het stageproject en de contactgegevens van het bedrijf en de stagementor. De stageplaats moet goedgekeurd worden door de opleiding en zij kent ook een stagebegeleider vanuit de opleiding toe aan de student. De student wordt opgevolgd en geëvalueerd door de stagementor van het bedrijf en de stagebegeleider van de opleiding.
De student kan de stage ook in het buitenland vervullen. Indien de student zich hiervoor kandidaat stelt en geselecteerd wordt, is hij zelf verantwoordelijk voor leerstof, verplichte lessen en permanente evaluatie die hij daardoor mist. Hij maakt hierover voor vertrek zelf duidelijke afspraken met de betrokken docenten.
De stage is een apart opleidingsonderdeel, los van de masterproef. Op deze manier kan de student twee verschillende ervaringen, kennis en vaardigheden opdoen: tijdens de stage als beginnend beroepsbeoefenaar, tijdens de masterproef als beginnend onderzoeker.
De stage mag slechts aangevat worden na goedkeuring van de stageplaats en het stageproject door de opleiding en nadat het volledige administratieve dossier in orde is (stageovereenkomst, risicopostanalyse, eventuele medische onderzoeken enz.).
Workshops en seminaries die georganiseerd worden in het kader van dit opleidingsonderdeel zijn verplicht.
|
|
|
|
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
tussentijdse feedback ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | 100% permanente evaluatie op basis van de stageverslaggeving, het logboek en de beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding). |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student doet een nieuwe stage van minstens 20 werkdagen in een ander bedrijf tijdens de vakantiemaanden. 100% permanente evaluatie op basis van de stageverslaggeving, het logboek en de beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding). |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De volledige informatie over de stage staat in de 'Leidraad stage bouwkunde' die beschikbaar wordt gesteld op het elektronisch leerplatform. Het elektronisch leerplatform wordt ook ingezet voor andere praktische informatie. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Bouwpraktijk. De student kan zijn opgedane kennis en vaardigheden in de verschillende opleidingsonderdelen van de opleiding bouwkunde toepassen in de praktijk.
Relatie met werkveld De student kent een eerste werkervaring als beginnend ingenieur. De opleiding kan hiervoor een beroep doen op haar breed netwerk in de bouwindustrie en daarbuiten. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|