Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Leren en ontwikkeling (4159)
|
6,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | Educatieve master in de economie jaar 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
Educatieve master in de economie verkort traject | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De educatieve master gaat op een positieve wijze om met diversiteit en talenten en geeft op een krachtige wijze vorm aan leren op het niveau van de lerenden en de leergroep en mede op het niveau van het (school)team en de partners en externen. | - EC
| De educatieve master beschikt over pedagogisch-didactische, vakdidactische en domeininhoudelijke expertise in economie en actualiseert, verbreedt en verdiept deze expertises voortdurend op basis van onderzoek en ervaringen in de praktijk. | - EC
| De educatieve master zet de verworven expertises geïntegreerd in om krachtige leeromgevingen te creëren waarvan alle didactische componenten aansluiten bij de beginsituatie en het leerproces van elke lerende. | - EC
| De educatieve master empowert samen met anderen vanuit een ethische houding de leer- en ontwikkelingsprocessen van elke lerende met het oog op het stimuleren van de brede persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke ontplooiing. | - EC
| De educatieve master raadpleegt op een autonome wijze (inter)nationaal onderwijskundig, vakdidactisch en domeingebonden onderzoek en vertaalt dit op een kritisch-reflectieve wijze naar de dagelijkse steeds evoluerende onderwijspraktijk. | - EC
| De educatieve master engageert zich in een continu professioneel leerproces gericht op krachtig leren, diversiteit en talenten, innovatie en ontwikkeling en samenwerking en co-creatie van onderwijs. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
De eigenheid van de lerende is het vertrekpunt van het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ dat inspeelt op de verschillen tussen lerenden en de pedagogisch‑didactische omgang met deze verschillen binnen een leergroep, op school en met partners en externen.
Het OPO bouwt op theoretische en empirische inzichten uit de psychologie, de orthopedagogiek, de didactiek, de taalkunde en de sociologie. Meer specifiek wordt ingegaan op:
·De psychologische basis van het talentgericht werken, met name de positieve psychologie (o.a. Seligman, Frederickson…)
·De rol van taal voor onderwijs en de principes van taalontwikkelend vakonderwijs
·De rol van cultuur en de principes van ‘culturally responsive teaching’
·De rol van ‘kapitaal’ van leerlingen in onderwijs (o.a. SES, cultureel en sociaal kapitaal…) en de onbedoelde effecten die ervan uitgaan
·De orthopedagogische tendensen inzake inclusief onderwijs voor lerenden met specifieke onderwijsbehoeften (o.a. lerenden met een beperking, leerstoornissen en ‑moeilijkheden, psychosociale moeilijkheden…)
·De pedagogisch‑didactische theorie en praktijk in de klas, zoals Universal Design for Learning (UDL) en Binnenklasdifferentiatie, evenals het talentgericht werken (‘strenghts‑based education’)
Deze inhouden worden tevens verbonden met de beleidskeuzes, ‑richtlijnen en uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs, zoals het M‑decreet, het zorgbeleid en zorgcontinuüm, het watervalfenomeen en het kansenbeleid voor anderstalige nieuwkomers (bv. OKAN).
Theoretische en empirische inzichten worden aangereikt vanuit academisch‑wetenschappelijke bronnen met een internationaal karakter. Voor de Vlaamse praktijk steunen we zowel op beleidsondersteunend onderzoek, evenals op informatie vanuit de Vlaamse overheid.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ wordt verwacht dat ze:
·inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘diversiteit & talenten’
·actief deze inzichten toetsen aan de praktijken die ze bestuderen
·kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
·de transfer maken tussen de internationaal‑wetenschappelijke bronnen die ze bestuderen en Vlaamse praktijken en beleidskeuzes
·geïnspireerd zijn om zelf positief en constructief om te gaan met verschillen tussen lerenden, op een respectvolle, onbevooroordeelde en talentgerichte manier
·overtuigd zijn van diversiteit als alomtegenwoordig en van de mogelijkheden om deze diversiteit actief in te zetten om tot krachtige leerprocessen en leeromgevingen voor de lerende, de leergroep(en), en positieve onderwijsloopbanen op school, samen met partners of externen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
Andere: | Groepswerk met peer assessment correctie voor individuele verschillen binnen de groep |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een voldoende examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
|
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
 | Educatieve master in de gezondheidswetenschappen jaar 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
Educatieve master in de gezondheidswetenschappen verkort traject | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De educatieve master gaat op een positieve wijze om met diversiteit en talenten en geeft op een krachtige wijze vorm aan leren op het niveau van de lerenden en de leergroep en mede op het niveau van het (school)team en de partners en externen. | - EC
| De educatieve master beschikt over pedagogisch-didactische, vakdidactische en domeininhoudelijke expertise in gezondheidswetenschappen en actualiseert, verbreedt en verdiept deze expertises voortdurend op basis van onderzoek en ervaringen in de praktijk. | - EC
| De educatieve master zet de verworven expertises geïntegreerd in om krachtige leeromgevingen te creëren waarvan alle didactische componenten aansluiten bij de beginsituatie en het leerproces van elke lerende. | - EC
| De educatieve master empowert samen met anderen vanuit een ethische houding de leer- en ontwikkelingsprocessen van elke lerende met het oog op het stimuleren van de brede persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke ontplooiing. | - EC
| De educatieve master raadpleegt op een autonome wijze (inter)nationaal onderwijskundig, vakdidactisch en domeingebonden onderzoek en vertaalt dit op een kritisch-reflectieve wijze naar de dagelijkse steeds evoluerende onderwijspraktijk. | - EC
| De educatieve master engageert zich in een continu professioneel leerproces gericht op krachtig leren, diversiteit en talenten, innovatie en ontwikkeling en samenwerking en co-creatie van onderwijs. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
De eigenheid van de lerende is het vertrekpunt van het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ dat inspeelt op de verschillen tussen lerenden en de pedagogisch‑didactische omgang met deze verschillen binnen een leergroep, op school en met partners en externen.
Het OPO bouwt op theoretische en empirische inzichten uit de psychologie, de orthopedagogiek, de didactiek, de taalkunde en de sociologie. Meer specifiek wordt ingegaan op:
·De psychologische basis van het talentgericht werken, met name de positieve psychologie (o.a. Seligman, Frederickson…)
·De rol van taal voor onderwijs en de principes van taalontwikkelend vakonderwijs
·De rol van cultuur en de principes van ‘culturally responsive teaching’
·De rol van ‘kapitaal’ van leerlingen in onderwijs (o.a. SES, cultureel en sociaal kapitaal…) en de onbedoelde effecten die ervan uitgaan
·De orthopedagogische tendensen inzake inclusief onderwijs voor lerenden met specifieke onderwijsbehoeften (o.a. lerenden met een beperking, leerstoornissen en ‑moeilijkheden, psychosociale moeilijkheden…)
·De pedagogisch‑didactische theorie en praktijk in de klas, zoals Universal Design for Learning (UDL) en Binnenklasdifferentiatie, evenals het talentgericht werken (‘strenghts‑based education’)
Deze inhouden worden tevens verbonden met de beleidskeuzes, ‑richtlijnen en uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs, zoals het M‑decreet, het zorgbeleid en zorgcontinuüm, het watervalfenomeen en het kansenbeleid voor anderstalige nieuwkomers (bv. OKAN).
Theoretische en empirische inzichten worden aangereikt vanuit academisch‑wetenschappelijke bronnen met een internationaal karakter. Voor de Vlaamse praktijk steunen we zowel op beleidsondersteunend onderzoek, evenals op informatie vanuit de Vlaamse overheid.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ wordt verwacht dat ze:
·inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘diversiteit & talenten’
·actief deze inzichten toetsen aan de praktijken die ze bestuderen
·kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
·de transfer maken tussen de internationaal‑wetenschappelijke bronnen die ze bestuderen en Vlaamse praktijken en beleidskeuzes
·geïnspireerd zijn om zelf positief en constructief om te gaan met verschillen tussen lerenden, op een respectvolle, onbevooroordeelde en talentgerichte manier
·overtuigd zijn van diversiteit als alomtegenwoordig en van de mogelijkheden om deze diversiteit actief in te zetten om tot krachtige leerprocessen en leeromgevingen voor de lerende, de leergroep(en), en positieve onderwijsloopbanen op school, samen met partners of externen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
Andere: | Groepswerk met peer assessment correctie voor individuele verschillen binnen de groep |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een voldoende examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
|
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
 | Educatieve master in de ontwerpwetenschappen jaar 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
Educatieve master in de ontwerpwetenschappen verkort traject | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De educatieve master gaat op een positieve wijze om met diversiteit en talenten en geeft op een krachtige wijze vorm aan leren op het niveau van de lerenden en de leergroep en mede op het niveau van het (school)team en de partners en externen. | - EC
| De educatieve master beschikt over pedagogisch-didactische, vakdidactische en domeininhoudelijke expertise in ontwerpwetenschappen en actualiseert, verbreedt en verdiept deze expertises voortdurend op basis van onderzoek en ervaringen in de praktijk. | - EC
| De educatieve master zet de verworven expertises geïntegreerd in om krachtige leeromgevingen te creëren waarvan alle didactische componenten aansluiten bij de beginsituatie en het leerproces van elke lerende. | - EC
| De educatieve master empowert samen met anderen vanuit een ethische houding de leer- en ontwikkelingsprocessen van elke lerende met het oog op het stimuleren van de brede persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke ontplooiing. | - EC
| De educatieve master raadpleegt op een autonome wijze (inter)nationaal onderwijskundig, vakdidactisch en domeingebonden onderzoek en vertaalt dit op een kritisch-reflectieve wijze naar de dagelijkse steeds evoluerende onderwijspraktijk. | - EC
| De educatieve master engageert zich in een continu professioneel leerproces gericht op krachtig leren, diversiteit en talenten, innovatie en ontwikkeling en samenwerking en co-creatie van onderwijs. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
De eigenheid van de lerende is het vertrekpunt van het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ dat inspeelt op de verschillen tussen lerenden en de pedagogisch‑didactische omgang met deze verschillen binnen een leergroep, op school en met partners en externen.
Het OPO bouwt op theoretische en empirische inzichten uit de psychologie, de orthopedagogiek, de didactiek, de taalkunde en de sociologie. Meer specifiek wordt ingegaan op:
·De psychologische basis van het talentgericht werken, met name de positieve psychologie (o.a. Seligman, Frederickson…)
·De rol van taal voor onderwijs en de principes van taalontwikkelend vakonderwijs
·De rol van cultuur en de principes van ‘culturally responsive teaching’
·De rol van ‘kapitaal’ van leerlingen in onderwijs (o.a. SES, cultureel en sociaal kapitaal…) en de onbedoelde effecten die ervan uitgaan
·De orthopedagogische tendensen inzake inclusief onderwijs voor lerenden met specifieke onderwijsbehoeften (o.a. lerenden met een beperking, leerstoornissen en ‑moeilijkheden, psychosociale moeilijkheden…)
·De pedagogisch‑didactische theorie en praktijk in de klas, zoals Universal Design for Learning (UDL) en Binnenklasdifferentiatie, evenals het talentgericht werken (‘strenghts‑based education’)
Deze inhouden worden tevens verbonden met de beleidskeuzes, ‑richtlijnen en uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs, zoals het M‑decreet, het zorgbeleid en zorgcontinuüm, het watervalfenomeen en het kansenbeleid voor anderstalige nieuwkomers (bv. OKAN).
Theoretische en empirische inzichten worden aangereikt vanuit academisch‑wetenschappelijke bronnen met een internationaal karakter. Voor de Vlaamse praktijk steunen we zowel op beleidsondersteunend onderzoek, evenals op informatie vanuit de Vlaamse overheid.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ wordt verwacht dat ze:
·inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘diversiteit & talenten’
·actief deze inzichten toetsen aan de praktijken die ze bestuderen
·kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
·de transfer maken tussen de internationaal‑wetenschappelijke bronnen die ze bestuderen en Vlaamse praktijken en beleidskeuzes
·geïnspireerd zijn om zelf positief en constructief om te gaan met verschillen tussen lerenden, op een respectvolle, onbevooroordeelde en talentgerichte manier
·overtuigd zijn van diversiteit als alomtegenwoordig en van de mogelijkheden om deze diversiteit actief in te zetten om tot krachtige leerprocessen en leeromgevingen voor de lerende, de leergroep(en), en positieve onderwijsloopbanen op school, samen met partners of externen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
Andere: | Groepswerk met peer assessment correctie voor individuele verschillen binnen de groep |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een voldoende examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
|
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
 | Educatieve master in de wetenschappen en technologie - engineering en technologie jaar 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - verkort traject | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - wetenschappen jaar 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De educatieve master gaat op een positieve wijze om met diversiteit en talenten en geeft op een krachtige wijze vorm aan leren op het niveau van de lerenden en de leergroep en mede op het niveau van het (school)team en de partners & externen. | - EC
| De educatieve master beschikt over pedagogisch-didactische, vakdidactische en domeininhoudelijke expertise in wetenschappen en/of technologie en actualiseert, verbreedt en verdiept deze expertises voortdurend op basis van onderzoek en ervaringen in de praktijk. | - EC
| De educatieve master zet de verworven expertises geïntegreerd in om krachtige leeromgevingen te creëren waarvan alle didactische componenten aansluiten bij de beginsituatie en het leerproces van elke lerende. | - EC
| De educatieve master empowert samen met anderen vanuit een ethische houding de leer- en ontwikkelingsprocessen van elke lerende met het oog op het stimuleren van de brede persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke ontplooiing. | - EC
| De educatieve master raadpleegt op een autonome wijze (inter)nationaal onderwijskundig, vakdidactisch en domeingebonden onderzoek en vertaalt dit op een kritisch-reflectieve wijze naar de dagelijkse steeds evoluerende onderwijspraktijk. | - EC
| De educatieve master engageert zich in een continu professioneel leerproces gericht op krachtig leren, diversiteit & talenten, innovatie & ontwikkeling en samenwerking & co-creatie van onderwijs. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
De eigenheid van de lerende is het vertrekpunt van het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ dat inspeelt op de verschillen tussen lerenden en de pedagogisch‑didactische omgang met deze verschillen binnen een leergroep, op school en met partners en externen.
Het OPO bouwt op theoretische en empirische inzichten uit de psychologie, de orthopedagogiek, de didactiek, de taalkunde en de sociologie. Meer specifiek wordt ingegaan op:
·De psychologische basis van het talentgericht werken, met name de positieve psychologie (o.a. Seligman, Frederickson…)
·De rol van taal voor onderwijs en de principes van taalontwikkelend vakonderwijs
·De rol van cultuur en de principes van ‘culturally responsive teaching’
·De rol van ‘kapitaal’ van leerlingen in onderwijs (o.a. SES, cultureel en sociaal kapitaal…) en de onbedoelde effecten die ervan uitgaan
·De orthopedagogische tendensen inzake inclusief onderwijs voor lerenden met specifieke onderwijsbehoeften (o.a. lerenden met een beperking, leerstoornissen en ‑moeilijkheden, psychosociale moeilijkheden…)
·De pedagogisch‑didactische theorie en praktijk in de klas, zoals Universal Design for Learning (UDL) en Binnenklasdifferentiatie, evenals het talentgericht werken (‘strenghts‑based education’)
Deze inhouden worden tevens verbonden met de beleidskeuzes, ‑richtlijnen en uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs, zoals het M‑decreet, het zorgbeleid en zorgcontinuüm, het watervalfenomeen en het kansenbeleid voor anderstalige nieuwkomers (bv. OKAN).
Theoretische en empirische inzichten worden aangereikt vanuit academisch‑wetenschappelijke bronnen met een internationaal karakter. Voor de Vlaamse praktijk steunen we zowel op beleidsondersteunend onderzoek, evenals op informatie vanuit de Vlaamse overheid.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ wordt verwacht dat ze:
·inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘diversiteit & talenten’
·actief deze inzichten toetsen aan de praktijken die ze bestuderen
·kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
·de transfer maken tussen de internationaal‑wetenschappelijke bronnen die ze bestuderen en Vlaamse praktijken en beleidskeuzes
·geïnspireerd zijn om zelf positief en constructief om te gaan met verschillen tussen lerenden, op een respectvolle, onbevooroordeelde en talentgerichte manier
·overtuigd zijn van diversiteit als alomtegenwoordig en van de mogelijkheden om deze diversiteit actief in te zetten om tot krachtige leerprocessen en leeromgevingen voor de lerende, de leergroep(en), en positieve onderwijsloopbanen op school, samen met partners of externen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
Andere: | Groepswerk met peer assessment correctie voor individuele verschillen binnen de groep |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een voldoende examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
|
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
 | Specifieke lerarenopleiding economie | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
specifieke lerarenopleiding Limlo | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
specifieke lerarenopleiding Step | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
|
|
Inhouden
De eigenheid van de lerende is het vertrekpunt van het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ dat inspeelt op de verschillen tussen lerenden en de pedagogisch‑didactische omgang met deze verschillen binnen een leergroep, op school en met partners en externen.
Het OPO bouwt op theoretische en empirische inzichten uit de psychologie, de orthopedagogiek, de didactiek, de taalkunde en de sociologie. Meer specifiek wordt ingegaan op:
·De psychologische basis van het talentgericht werken, met name de positieve psychologie (o.a. Seligman, Frederickson…)
·De rol van taal voor onderwijs en de principes van taalontwikkelend vakonderwijs
·De rol van cultuur en de principes van ‘culturally responsive teaching’
·De rol van ‘kapitaal’ van leerlingen in onderwijs (o.a. SES, cultureel en sociaal kapitaal…) en de onbedoelde effecten die ervan uitgaan
·De orthopedagogische tendensen inzake inclusief onderwijs voor lerenden met specifieke onderwijsbehoeften (o.a. lerenden met een beperking, leerstoornissen en ‑moeilijkheden, psychosociale moeilijkheden…)
·De pedagogisch‑didactische theorie en praktijk in de klas, zoals Universal Design for Learning (UDL) en Binnenklasdifferentiatie, evenals het talentgericht werken (‘strenghts‑based education’)
Deze inhouden worden tevens verbonden met de beleidskeuzes, ‑richtlijnen en uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs, zoals het M‑decreet, het zorgbeleid en zorgcontinuüm, het watervalfenomeen en het kansenbeleid voor anderstalige nieuwkomers (bv. OKAN).
Theoretische en empirische inzichten worden aangereikt vanuit academisch‑wetenschappelijke bronnen met een internationaal karakter. Voor de Vlaamse praktijk steunen we zowel op beleidsondersteunend onderzoek, evenals op informatie vanuit de Vlaamse overheid.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘PD diversiteit & talenten’ wordt verwacht dat ze:
·inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘diversiteit & talenten’
·actief deze inzichten toetsen aan de praktijken die ze bestuderen
·kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
·de transfer maken tussen de internationaal‑wetenschappelijke bronnen die ze bestuderen en Vlaamse praktijken en beleidskeuzes
·geïnspireerd zijn om zelf positief en constructief om te gaan met verschillen tussen lerenden, op een respectvolle, onbevooroordeelde en talentgerichte manier
·overtuigd zijn van diversiteit als alomtegenwoordig en van de mogelijkheden om deze diversiteit actief in te zetten om tot krachtige leerprocessen en leeromgevingen voor de lerende, de leergroep(en), en positieve onderwijsloopbanen op school, samen met partners of externen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
Andere: | Groepswerk met peer assessment correctie voor individuele verschillen binnen de groep |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een voldoende examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Specifieke taken kunnen daarbij herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
|
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|