Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 1ste bachelorjaar in de rechten | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat zijn eigen aanpak en leerprocessen (in toenemende mate zelfstandig en zelfgestuurd) te plannen en te evalueren en hij doet dit vanuit een ingesteldheid tot levenslang leren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Het practicum Oplossen van Juridische Problemen beoogt de eerstejaarsstudent te bekwamen in de basisvaardigheden waarover hij in de rest van zijn studie zal moeten beschikken. Daarbij wordt gekeken naar alle aspecten van de juridische studie.
De vaardigheden worden verworven door het uitvoeren van opdrachten (oefeningen), het grondig analyseren van rechtspraak en het gezamenlijk evalueren hiervan, en het zoeken van relevante bronnen rond een rechtsvraag. De inhoud van de opdrachten sluit zo veel mogelijk aan bij de stof die aan de orde komt in de in dezelfde periode aangeboden vakinhoudelijke onderdelen van de studie. Studeervaardigheden stellen de student in staat zo efficiënt mogelijk juridische kennis te verwerven. Dat betreft in de eerste plaats het vinden, evalueren, beoordelen, selecteren en gebruiken van bronnen. Daarnaast gaat het over het werken met het wetboek en het lezen van juridische teksten (zoals rechterlijke uitspraken, rechtsleer, contracten enz.).
Mondelinge vaardigheden worden hoofdzakelijk geoefend door actieve participatie tijdens het practicum, o.m. via het formuleren van feiten, rechtsvragen, argumenten.
De studenten zullen concreet leren werken met een wetboek en zelfstandig eenvoudige concrete casussen leren oplossen. De studenten worden ook geoefend in het zoeken van relevante bronnen voor de beoordeling van een rechtsvraag.
Schriftelijke vaardigheden (in ruime zin) worden hoofdzakelijk georiënteerd op het schrijven van een motivering bij gevonden bronnen relevant voor een rechtsvraag, maar kunnen bijvoorbeeld ook geoefend worden via o.m. het analyseren van een contract, een argumentatie...
Vaardigheden: functioneren in groep, studeervaardigheden, analytische vaardigheden, leesvaardigheden, mondelinge vaardigheden, schriftelijke vaardigheden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
|
|
Extra info | Schriftelijk examen (telt mee voor 15 van de in totaal te behalen 20 punten) en een praktische opdracht (telt mee voor 5 van de in totaal te behalen 20 punten). |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De tweede kans is dezelfde (de praktische opdracht wordt dan wel geïntegreerd in het schriftelijk examen). Er kan geen deelcijfer worden overgedragen naar een volgende examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Praktijkboek Rechtsmethodologie,F. Eggermont, S. Smis, P. Paepe en W. Schreurs,Laatste editie (huidige laatst bekende is de editie van 2019),die Keure,9789048636280,465 p. |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- De Valks juridisch woordenboek,Eric Dirix, Bernard Tilleman en Steven Lierman,laatste editie,Intersentia,9789400005310,vermelde ISBN is van de 4de editie
- Vaardig met recht: Vaardigheden voor juristen,Jaap Hage; Fokke Fernhout; Bart Verheij,4,Boom Juridische uitgevers,9789089744777
|
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|