| Onderwijstaal : Nederlands |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 2de bachelorjaar in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde kan op een zelfstandige wijze (anderstalige) vakliteratuur raadplegen uit het vakgebied van mobiliteitswetenschappen. Hij/zij kan informatie m.b.t. het eigen vakgebied kritisch beoordelen en synthetiseren. | - EC
| De afgestudeerde kan zelfstandig en zelfsturend kennis opbouwen. Hij is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | - EC
| De afgestudeerde heeft zicht op het bredere 'interdisciplinaire' kader waarin mobiliteitswetenschappen zich situeert. De bachelor ziet de samenhang tussen het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en aanverwante disciplines. | - EC
| De afgestudeerde is in staat in teamverband naar oplossingen toe te werken, ook in overleg met andere disciplines. Hij/zij staat open voor het gedachtegoed van andere relevante disciplines. | - EC
| De afgestudeerde beschouwt de maatschappij in zijn geheel als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. De bachelor kan naast de maatschappij ook de andere stakeholders (belanghebbenden) en hun specifieke belangen identificeren en hiermee rekening houden in zijn aanpak. | - EC
| De afgestudeerde is in staat om te communiceren (zowel schriftelijk als mondeling) over zijn vakgebied (in de vorm van wetenschappelijke verslagen, presentaties, case studies en het verkeerskundig afstudeerproject) met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen (bijv. bewoners, overheden, handelaars). |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
De student moet actieve kennis verwerven over het maatschappelijk fenomeen dat het recht is en dat het leven en samenleven van mensen ordent en stuurt. De cursus staat inleidend stil bij het begrip recht, bij de onderverdeling in objectief en subjectief recht en bij de indeling in rechtstakken. De bevoegdheidsverdeling in het federale België wordt bestudeerd. Ook de bevoegdheden van hoven en rechtbanken, van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof komen aan bod.
De student wordt vervolgens ingeleid in de basisbeginselen van het (overheids)aansprakelijkheidsrecht, de beginselen van gelijkheid van burgers voor openbare lasten en het bestuursrecht, waaronder het domeinrecht, het wegenrecht en het omgevingsrecht.
Het mobiliteitsrecht wordt ook betrokken op de actualiteit - gezondheid, milieu, overheidsaansprakelijkheid, klimaat...
De student wordt ook uitgenodigd vanuit een juiridische benadering over een actueel mobiliteitsthema een paper te schrijven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De score op de individuele schrijfopdracht geldt ook voor de tweede zittijd, op voorwaarde dat de student hiervoor geslaagd was. Indien dat niet het geval is, zal de student een herwerkte of nieuwe opdracht moeten indienen voor het begin van de tweede zittijd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Indien men in eerste zittijd niet is geslaagd op de paper, moet de paper met presentatie worden herwerkt of opnieuw worden uitgevoerd, al naar gelang van het geval. De student dient hiertoe de docent zelf te contacteren na de proclamatie. |
|
|
|
|
|
| Begincompetenties |
| |
Er zijn geen bijzondere begincompetenties vereist. Wel moeten de studenten maatschappelijke belangstelling en een open geest hebben en de wil en de nieuwsgierigheid om een meestal onbekend gebied te ontdekken. |
|
|
| Aanbevolen studiemateriaal |
| |
Volgen van de actualiteit. Per deelonderwerp worden literatuurtips aangegeven. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
| 2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|