Dit opleidingsonderdeel bespreekt het fiscaal recht waarmee een onderneming in aanraking komt. De klemtoom ligt hierbij op de grote (internationale) onderneming.
De student maakt kennis met de verschillende rechtstakken waarmee een onderneming in aanraking komt (btw, vennootschapsbelasting, belasting niet-inwoners).
Vervolgens wordt de leerstof onderverdeeld in drie grote blokken, waarvoor telkens hoorcolleges en werkzittingen georganiseerd worden. In de werkzittingen ligt de nadruk op de praktische vaardigheden (invullen fiscale aangifte, enz.).
Ten eerste komt de nationale vennootschapsbelasting aan bod, waarbij de student kennis maakt met de regels inzake de heffing van de vennootschapsbelasting (samenstelling belastbare grondslag, tarieven, ...). Dit onderdeel dient voornamelijk als voorbereiding op het tweede (grotere) onderdeel.
Vervolgens komt het internationaal fiscaal recht ruim aan bod (OESO-Modelverdrag, vermijden van internationale dubbele belasting, het BEPS actieplan, etc.). Hierbij wordt in de werkzittingen ook de link gemaakt met de Belgische vennootschapsbelasting en de belasting niet-inwoners.
Tot slot wordt aandacht besteed aan de fiscale procedure (de aangifte, het aanslagbiljet, onderzoeksmogelijkheden, administratieve bezwaarprocedure, gerechtelijke geschillenbeslechting).

Dit opleidingsonderdeel bespreekt het fiscaal recht waarmee een onderneming in aanraking komt. De klemtoom ligt hierbij op de grote (internationale) onderneming.
De student maakt kennis met de verschillende rechtstakken waarmee een onderneming in aanraking komt (btw, vennootschapsbelasting, belasting niet-inwoners).
Vervolgens wordt de leerstof onderverdeeld in drie grote blokken, waarvoor telkens hoorcolleges en werkzittingen georganiseerd worden. In de werkzittingen ligt de nadruk op de praktische vaardigheden (invullen fiscale aangifte, enz.).
Ten eerste komt de nationale vennootschapsbelasting aan bod, waarbij de student kennis maakt met de regels inzake de heffing van de vennootschapsbelasting (samenstelling belastbare grondslag, tarieven, ...). Dit onderdeel dient voornamelijk als voorbereiding op het tweede (grotere) onderdeel.
Vervolgens komt het internationaal fiscaal recht ruim aan bod (OESO-Modelverdrag, vermijden van internationale dubbele belasting, het BEPS actieplan, etc.). Hierbij wordt in de werkzittingen ook de link gemaakt met de Belgische vennootschapsbelasting en de belasting niet-inwoners.
Tot slot wordt aandacht besteed aan de fiscale procedure (de aangifte, het aanslagbiljet, onderzoeksmogelijkheden, administratieve bezwaarprocedure, gerechtelijke geschillenbeslechting).

Dit opleidingsonderdeel bespreekt het fiscaal recht waarmee een onderneming in aanraking komt. De klemtoom ligt hierbij op de grote (internationale) onderneming.
De student maakt kennis met de verschillende rechtstakken waarmee een onderneming in aanraking komt (btw, vennootschapsbelasting, belasting niet-inwoners).
Vervolgens wordt de leerstof onderverdeeld in drie grote blokken, waarvoor telkens hoorcolleges en werkzittingen georganiseerd worden. In de werkzittingen ligt de nadruk op de praktische vaardigheden (invullen fiscale aangifte, enz.).
Ten eerste komt de nationale vennootschapsbelasting aan bod, waarbij de student kennis maakt met de regels inzake de heffing van de vennootschapsbelasting (samenstelling belastbare grondslag, tarieven, ...). Dit onderdeel dient voornamelijk als voorbereiding op het tweede (grotere) onderdeel.
Vervolgens komt het internationaal fiscaal recht ruim aan bod (OESO-Modelverdrag, vermijden van internationale dubbele belasting, het BEPS actieplan, etc.). Hierbij wordt in de werkzittingen ook de link gemaakt met de Belgische vennootschapsbelasting en de belasting niet-inwoners.
Tot slot wordt aandacht besteed aan de fiscale procedure (de aangifte, het aanslagbiljet, onderzoeksmogelijkheden, administratieve bezwaarprocedure, gerechtelijke geschillenbeslechting).

Dit opleidingsonderdeel bespreekt het fiscaal recht waarmee een onderneming in aanraking komt. De klemtoom ligt hierbij op de grote (internationale) onderneming.
De student maakt kennis met de verschillende rechtstakken waarmee een onderneming in aanraking komt (btw, vennootschapsbelasting, belasting niet-inwoners).
Vervolgens wordt de leerstof onderverdeeld in drie grote blokken, waarvoor telkens hoorcolleges en werkzittingen georganiseerd worden. In de werkzittingen ligt de nadruk op de praktische vaardigheden (invullen fiscale aangifte, enz.).
Ten eerste komt de nationale vennootschapsbelasting aan bod, waarbij de student kennis maakt met de regels inzake de heffing van de vennootschapsbelasting (samenstelling belastbare grondslag, tarieven, ...). Dit onderdeel dient voornamelijk als voorbereiding op het tweede (grotere) onderdeel.
Vervolgens komt het internationaal fiscaal recht ruim aan bod (OESO-Modelverdrag, vermijden van internationale dubbele belasting, het BEPS actieplan, etc.). Hierbij wordt in de werkzittingen ook de link gemaakt met de Belgische vennootschapsbelasting en de belasting niet-inwoners.
Tot slot wordt aandacht besteed aan de fiscale procedure (de aangifte, het aanslagbiljet, onderzoeksmogelijkheden, administratieve bezwaarprocedure, gerechtelijke geschillenbeslechting).