Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Borst, buik en bekken (3903)
|
11,0 stptn |
|
|
Celcommunicatie en biochemie (3905)
|
11,0 stptn |
|
|
Hart en longen (4445)
|
11,0 stptn |
|
|
Histologie en genetica (3814)
|
11,0 stptn |
|
|
Infectie en immuniteit (3922)
|
11,0 stptn |
|
|
Metabolisme en endocrinologie (4104)
|
11,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 3de bachelorjaar in de geneeskunde | Overgangscurriculum | 297 | 11,0 | 297 | 11,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en het menselijk lichaam, in normale en pathologische omstandigheden, in interactie met de omgeving en rekening houdend met de beschikbare evidentie. | - EC
| EC2 De bachelor in de geneeskunde is in staat om, onder begeleiding, een anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek uit te voeren, enkele relevante hypothesen te verwoorden en een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie te geven. | - EC
| EC7 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren. | - EC
| EC9 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving. | - EC
| EC10 De bachelor in de geneeskunde kan gericht relevante wetenschappelijke informatie opzoeken, kritisch analyseren en omzetten naar de praktijk. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) kan de normale bouw en de embryologische ontwikkeling van de organen van het excretiestelsel schematiseren.
- De student(e) herkent de cellen en organen van het excretiestelsel op histologische beelden.
- De student(e) kan het normale functioneren van de organen van het excretiestelsel beredeneren met kennis van de cellulaire functies op moleculair niveau.
- De student(e) heeft inzicht in de fysiologie van de glomerulaire filtratie en de bepaling en berekening ervan. Hij/zij kent de factoren die deze filtratiesnelheid beïnvloeden.
- De student(e) kent de verschillende tubulaire functies die een stabiel extracellulair milieu in stand houden via een controle van homeostatische terugkoppelingssystemen. Hierdoor begrijpt hij/zij de principes van volumehuishouding, vochtbalans, elektrolytenbalans en zuurbase-evenwicht.
- De student(e) kan op basis van deze fysiologische kennis, de pathofysiologie van de homeostase schetsen wat betreft hypo/hypervolemie, stoornissen in de natriumconcentratie, de kaliëmie, de zuurbase problematiek en calcium/fosfor/magnesium huishouding.
- De student(e) kent de pathogenese van proteinurie, van hematurie, van acute en chronische nierinsufficiëntie, in de factoren die de progressie van nierinsufficiëntie bevorderen, in de rol die de nier speelt bij het ontstaan van hypertensie en in de werking van diuretica en blokkers van het RAAS-systeem.
- De student(e) kan op basis van zijn/haar kennis vanuit morfologie, fysiologie, biochemie, endocrinologie (gerelateerd aan vocht- en elektrolytenhomeostase) en pathofysiologie, een aantal casussen analyseren.
- De student(e) heeft inzicht in de normale bouw en de embryologische ontwikkeling van de organen van het spijsverteringsstelsel.
- De student(e) herkent de cellen en organen van het spijsverteringsstelsel op histologische preparaten.
- De student(e) kan het normale functioneren van de organen van het spijsverteringsstelsel in hun onderlinge samenhang beredeneren.
- De student(e) kan vanuit de relatie structuur-functie van de organen van het spijsverteringsstelsel relevante pathologische afwijkingen interpreteren.
- De student(e) kan een aantal klinische casussen over gastro-intestinale pathologie analyseren.
- De student(e) kan een dosis-respons curve opstellen, deze interpreteren en hierover schriftelijk rapporteren.
- De student(e) kent de voornaamste farmaca van toepassing in het gastro-intestinaal stelsel en het excretiestelsel.
- De student(e) kan de energetische waarde van voedingsmiddelen berekenen.
- De student(e) kent de belangrijkste regelmechanismen die de voedselinname bepalen en beïnvloeden: met name 'honger' en 'verzadiging'.
- De student(e) kan preventie, diagnose en pathogenese van infectieziekten evenals bestrijding van micro-organismen beredeneren.
- De student(e) kan een aantal aspecten betreffende infectieziekten uitwerken en hierover mondeling rapporteren.
|
|
|
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 11,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Actieve deelname aan het practicum en de integratiecasussen is verplicht.
De evaluatie van het kwartiel bestaat uit verschillende onderdelen. Voor alle onderdelen (de kennistoets en de kwartieltoets) dient de student minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student gewettigd afwezig is op een verplichte activiteit neemt de student contact op met de coördinerend verantwoordelijke om een ad hoc regeling uit te werken. Een student die ongewettigd afwezig is, maakt een alternatieve opdracht en dient deze uiterlijk in op de dag van het examen. Indien de opdracht als voldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student het behaalde eindcijfer van het opleidingsonderdeel. Indien de opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student ‘F’ (fail) als eindcijfer en neemt hij/zij contact op met de coördinator voor de opdracht in de tweede zitperiode.
Een student die op een onderdeel van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel in zijn studentendossier ‘F’ (fail). Dit eindcijfer is niet tolereerbaar. Een student die voor alle onderdelen van de evaluatie minstens een 8/20 scoort, wordt een gewogen gemiddelde van de punten gemaakt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. Dit eindcijfer is tolereerbaar. Indien een student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel in de eerste zitperiode, neemt de student contact op met de coördinator van het opleidingsonderdeel om na te gaan welke onderdelen hij/zij moet hernemen. |
|
|
|
Extra info | De kennistoets (4sp), die de domeinspecifieke kennis bevraagt, wordt afgenomen op de dag van de kwartieltoets (7sp) in de examenperiode. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Renal pathophysiology, the Essentials,H.G. Rennke & B.M. Denker,5e editie,Wolters Kluwer,9781975109592 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Before we are born: Essentials of embryology and birth defects,K. Moore, T.V.N. Persaud, M. Torchia,9e editie,Elsevier
- Human Histology,A. Stevens, J. Lowe,4e editie,Elsevier,9780323612791
- Medical Physiology: Principles for clinical medicine,R.A. Rhoades & D.R. Bell,5e editie,Wolters Kluwer,9781496388186
- Katzung & Trevor's pharmacology: Examination & board review,A.J. Trevor, B.G. Katzung, M. Kruidering-Hall,12th edition,McGraw-Hill Education
- Leerboek microbiologie en infectieziekten,A.I.M. Hoepelman, A.C.M. Kroes, R.W., Sauerwein, H.A. Verbrugh & J.L. Nouwen,4e editie,Bohn Stafleu Van Loghum,9789036811163
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
studieleidraad: Nier en spijsvertering |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|