Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Specificatie volgtijdelijkheid masterproef/bachelorproef/stage
|
|
Minstens 40 studiepunten in de master behaald hebben
Voorwaarden op niveau opleidingsonderdelen
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling of tolereerbaar cijfer behaald hebben de afgelopen laatste vijf jaar:
Bachelorproef (2207, 9 ECTS) of Bachelorproef (4380, 10 ECTS).
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 2de masterjaar in de informatica | Verplicht | 810 | 30,0 | 810 | 30,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De afgestudeerde heeft op het gebied van informatica inzicht in de belangrijkste technologische ontwikkelingen en de onderliggende wetenschappelijke principes. | - EC
| EC 2: De afgestudeerde is in staat om de evolutie in het vakgebied van de informatica (en aanverwante gebieden) bij te houden, om de nieuwe technologieën te evalueren en ze zich eigen te maken. | - EC
| EC 3: De afgestudeerde heeft de nodige kennis en inzichten in minstens 1 subdiscipline die toelaten om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende ideeën in een bepaald gebied van de informatica (door verdieping van basiskennis op bachelor niveau, inclusief deze van wiskundige en andere wetenschappelijke grondslagen). | - EC
| EC 4: De afgestudeerde houdt rekening met de limieten van de informatica, zoals het bestaan van onbeslisbaarheid, en met het bestaan van belangrijke onopgeloste problemen in de informatica, zoals het P=NP vraagstuk. | - EC
| EC 5: De afgestudeerde kan zelfstandig een complex informaticaprobleem modelleren, de nodige abstracties invoeren, de oplossing gestructureerd beschrijven en implementeren, en ten slotte tegenover de stakeholders argumenteren waarom de gekozen oplossing en de bijhorende implementatie voldoen aan de gestelde specificaties. | - EC
| EC 6: De afgestudeerde is in staat om zelfstandig een wetenschappelijk probleem te situeren, te analyseren, te evalueren, een onderzoeksvraag te formuleren en hiervoor op een wetenschappelijk onderbouwde manier een oplossing voor te stellen. | - EC
| EC 7: De afgestudeerde is in staat om informatie kritisch te analyseren en te evalueren, en op een efficiënte manier te verwerken. | - EC
| EC 8: De afgestudeerde is in staat om informatie, ideeën en oplossingen te communiceren naar een publiek bestaande uit collega's informatici maar ook naar niet-specialisten door zich op het juiste abstractieniveau uit te drukken. | - EC
| EC 9: De afgestudeerde is in staat om op heldere wijze zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren over haar/zijn werk in een nationale en internationale context. | - EC
| EC 10: De afgestudeerde functioneert goed in teamverband; zij/hij is in staat, door overleg in kleine en grote groepen, werkzaamheden te verdelen en op elkaar af te stemmen. | - EC
| EC 12: De afgestudeerde kan kritisch reflecteren over het eigen handelen, hierover verantwoording afleggen en zichzelf bijsturen waar nodig. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De masterproef wordt gezien als de spreekwoordelijke kers op de taart en draagt in die zin bij tot alle algemene eindcompetenties van de opleiding (cf. eindcompetenties). De student levert een eindproduct af op basis waarvan bepaald wordt op welke manier de specifieke eindcompetenties van de masterproef gehaald werden. Concreet omvat dit eindproduct de volgende elementen: 1. de masterproeftekst; 2. een wetenschappelijk vulgariserende tekst; 3. een mondelinge presentatie op academisch niveau; en, 4. een bundeling van de verslagen van de vergaderingen met begeleiders en promotor.
|
|
|
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Proefschrift ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 30,00
Evaluatievorm | |
|
Ander examen | 100 % |
|
Andere: | Proefschrift (zie ook Extra Info) |
|
|
|
|
|
|
Extra info | De student levert een eindproduct (masterproeftekst, wetenschappelijk vulgariserende tekst, mondelinge presentatie op academisch niveau, bundeling van de verslagen) af op basis waarvan bepaald wordt op welke manier de specifieke eindcompetenties van de masterproef gehaald werden. De beoordeling van de masterproef gebeurt uitsluitend op basis van de inhoud en de kwaliteit van het geleverde werk. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de kwaliteit van het geleverde werk ligt bij de student. De promotor en de begeleiders zullen hier zoveel mogelijk over proberen te waken, maar hebben uitsluitend een adviserende rol. Het effectieve werk wordt door de student geleverd. Ook de verantwoordelijkheid voor de opvolging, de planning, en de studievoortgang ligt bij de student. De uiteindelijke beoordeling van het geheel gebeurt door de promotor in nauw overleg met de begeleiders, assessoren, de andere stafleden en de coordinerend verantwoordelijke.
Het onderwerp van de toegewezen masterproef is enkel geldig gedurende het academiejaar waarin het aangeboden wordt en zal dus vervallen wanneer de student niet slaagt voor de masterproef tijdens datzelfde academiejaar (herexamen inbegrepen). Bij onvoorziene omstandigheden kan de examencommissie hierover een andere beslissing nemen. Bijkomende informatie wordt in de leidraad opgenomen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
In aanvulling bij de desbetreffende informatie in de OER, worden richtlijnen uitgedeeld met verdere concrete informatie in verband met de voorbereiding van de masterproef. In de loop van het academiejaar kan de informatie van deze richtlijnen aangevuld worden met praktische informatie, bijvoorbeeld i.v.m. afspraken en de procedure om het proefschrift in te dienen. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|