Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 1ste bachelorjaar in de informatica | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 3: De afgestudeerde bachelor informatica kan oplossings-mogelijkheden voor een probleem en tools die hiervoor beschikbaar zijn, vergelijken en afwegen op hun correctheid, bruikbaarheid en efficiëntie. Hierbij kan hij zijn keuzes verantwoorden. | - EC
| EC 14: De afgestudeerde bachelor informatica kan reflecteren over kritiek en kan op basis hiervan zijn gedrag aanpassen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In dit inleidend opleidingsonderdeel worden de eerste stappen gezet in de conversie/extensie van de student als 'oefeningenmaker' naar de student als 'probleemoplosser'. Onder een 'oefening' verstaan we een vraagstelling waarbij het ogenblikkelijk duidelijk is wat er moet worden gedaan om tot een oplossing te komen (bijv.: zoek de wortels van een gegeven kwadratische vergelijking, inverteer deze matrix, bereken die integraal, ...). Een probleem daarentegen is een vraagstelling waarbij het antwoord niet onmiddellijk kan worden gegeven. Problemen vergen nader onderzoek vooraleer ze kunnen worden opgelost. De student gaat in dit opleidingsonderdeel vooral actief bezig zijn met het oplossen van problemen, waarbij de nadruk ligt op problem solving processen:
- toepassen van heuristieken (vereenvoudigen van een probleem, deelproblemen identificeren, patronen herkenning, gegevens organiseren, etc.)
- controle-aspecten (efficiënt inzetten van resources, vraagstelling op meta-niveau, etc.)
- de juistheid van een oplossing aantonen (correcte argumentatie-/bewijstechnieken hanteren, etc.).
In de interactieve hoorcolleges worden de basistechnieken aangebracht (veelal aan de hand van typische voorbeeldprobleemstellingen) die door de student verder worden toegepast op een aantal probleemstellingen in de begeleide zelfstudie. Tijdens de resposiecolleges worden een aantal van de behandelde probleemstellingen interactief verder toegelicht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
|
|
 | Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek informatica | Keuze | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| WET 1. De educatieve master heeft gevorderde kennis van en inzicht in de domeindisciplines relevant voor zijn specifieke vakdidactiek(en). |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In dit inleidend opleidingsonderdeel worden de eerste stappen gezet in de conversie/extensie van de student als 'oefeningenmaker' naar de student als 'probleemoplosser'. Onder een 'oefening' verstaan we een vraagstelling waarbij het ogenblikkelijk duidelijk is wat er moet worden gedaan om tot een oplossing te komen (bijv.: zoek de wortels van een gegeven kwadratische vergelijking, inverteer deze matrix, bereken die integraal, ...). Een probleem daarentegen is een vraagstelling waarbij het antwoord niet onmiddellijk kan worden gegeven. Problemen vergen nader onderzoek vooraleer ze kunnen worden opgelost. De student gaat in dit opleidingsonderdeel vooral actief bezig zijn met het oplossen van problemen, waarbij de nadruk ligt op problem solving processen:
- toepassen van heuristieken (vereenvoudigen van een probleem, deelproblemen identificeren, patronen herkenning, gegevens organiseren, etc.)
- controle-aspecten (efficiënt inzetten van resources, vraagstelling op meta-niveau, etc.)
- de juistheid van een oplossing aantonen (correcte argumentatie-/bewijstechnieken hanteren, etc.).
In de interactieve hoorcolleges worden de basistechnieken aangebracht (veelal aan de hand van typische voorbeeldprobleemstellingen) die door de student verder worden toegepast op een aantal probleemstellingen in de begeleide zelfstudie. Tijdens de resposiecolleges worden een aantal van de behandelde probleemstellingen interactief verder toegelicht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|